Objecten en songlist


Hieronder staan dikgedrukt de titels van de liederen die worden gezongen, het zijn ook links naar een opname op YouTube. De voorwerpen die in het museum te zien zijn staan hieronder ook beschreven.

De concertonderdelen zijn ook samengebracht in een Spotify-playlist


'Promenade' uit 'Pictures at an Exhibition' van Modest Mussorgsky.

'Pure Imagination' uit Willy Wonka & the Chocolate Factory van Leslie Bricusse en Anthony Newley.


Masker uit 'The Phantom of the Opera'


'The Phantom of the Opera' is een musical die zich afspeelt in een operatheater. De muziek is van Andrew Lloyd Webber, de liedteksten van Charles Hart en Richard Stilgoe. Het verhaal is gebaseerd op het boek 'Le Fantôme de l 'Opéra' van Gaston Leroux uit 1910. De première van de musical vond plaats in Londen op 9 oktober 1986.

Het verhaal speelt zich af in 1870 en gaat over een man die al jaren in de kelders van een opera woont. Hij draagt een masker en onder dat masker zit een misvormd gezicht. Hij heeft geen vrienden en is erg eenzaam. Hij is in al die jaren erg schuw geworden, maar er waren mensen die beweerden dat ze hem wel gezien hebben. Er werd daarom gesproken van een spook. Het spook ontdekt in het theater een ballerina, Christine. Hij leert haar zingen en noemt haar zijn 'engel der muziek'. Zij is echter verliefd op Raoul. Het spook zal er alles aan doen om haar liefde te krijgen. Hij ontvoert haar zelfs en vermoordt er iemand voor. Als Christine het spook mededogen en vriendelijkheid toont, dan laat hij haar vrij en trekt zich terug. Als de mensen in de kelder op zoek gaan naar het spook, vinden ze alleen nog het masker. Het spook is verdwenen.

Ketel uit 'Macbeth'

Het lied 'Double trouble' wordt gezongen in de film 'Harry Potter and the prisoner of Azkaban'. De muziek is geschreven door John Williams. Een deel van de tekst van dit lied zit in het toneelstuk 'Macbeth' (1606) van William Shakespeare en wordt daar gezongen door de drie heksen terwijl ze een drankje maken om duistere krachten op te roepen. Het verhaal gaat over Macbeth, die drie heksen ontmoet. Deze drie heksen vertellen hem dat hij op een dag koning van Schotland zal worden. Samen met zijn vrouw vermoordt Macbeth de koning van Schotland om zelf koning te worden. Macbeth en zijn vrouw worden steeds achterdochtiger en hebben schuldgevoelens. Ze gaan steeds meer moorden plegen om zichzelf te beschermen. Maar door al die moorden worden Macbeth en zijn vrouw waanzinnig en sterven uiteindelijk.

Giuseppe Verdi heeft een opera over dit onderwerp gecomponeerd. Deze werd voor het eerst opgevoerd in 1847 in het Teatro alla Pergola in Florence.

Medaillons uit 'Così fan tutte'

De medaillons zijn van de zussen Dorabella en Fiordiligi uit de opera 'Così fan tutte'. Zij zingen samen met Alfonso een prachtig terzet 'Soave sia il vento'. De opera speelt zich af in de baai van Napels in Italië. De zee lijkt voortdurend aanwezig in de muziek. Sluit bijvoorbeeld bij het terzet je ogen en je hoort het kabbelen van de golven.

'Così fan tutte' is gecomponeerd door Wolfgang Amadeus Mozart op een libretto van Lorenzo da Ponte. Deze heren werkten vaker samen; zo maakten ze ook de opera's 'Le nozze di Figaro' en 'Don Giovanni'. 'Così fan tutte' werd voor het eerst in 1790 opgevoerd in Wenen.

De titel betekent letterlijk 'Zo zijn ze allemaal'. In deze opera vindt een weddenschap plaats tussen Don Alfonso en de twee officieren Guglielmo en Ferrando. Ze kijken of twee zussen Dorabella en Fiordiligi trouw blijven aan hun geliefden Guglielmo en Ferrando. De conclusie van het verhaal is uiteindelijk dat zowel mannen als vrouwen niet trouw kunnen blijven aan hun geliefde, maar dat vergevingsgezindheid zwaarder weegt dan de ontrouw.

Het schilderij van Pauline Viardot (1821–1910)...

Pauline Viardot is in 1821 in Parijs geboren als Pauline García. Zij kwam uit een muzikale familie. Haar vader was de Spaanse tenor Manuel del Pópulo Vicente García. Rossini schreef voor hem de rol van graaf Almaviva in 'De Barbier van Sevilla'. Haar moeder, Joaquina Sitches, was een actrice en operazangeres. De oudere zus van Pauline, Maria Malibran, was een wereldberoemde diva. Haar broer Manuel jr. werd een beroemde zangpedagoog. Het hele gezin reisde rond, bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten, waar ze in 1826 de eerste Italiaanse operavoorstellingen organiseerden. Uiteindelijk kwam het gezin terug naar Europa en vestigde zich in Parijs.

Pauline was 15 jaar toen haar zus Maria in 1836 op 28-jarige leeftijd overleed. Pauline hield zich toen vooral bezig met pianospelen. Ze kreeg onder meer les van Franz Liszt. Na het overlijden van Maria werd Pauline echter door haar moeder richting een zangcarrière gepusht. Pauline maakte al met 16 jaar haar debuut als concertzangeres en zong twee jaar later haar eerste opera: Rossini's 'Otello' in Londen en later in Parijs. In Parijs leerde ze theaterdirecteur Louis Viardot kennen, met wie ze op 18-jarige leeftijd trouwde. Pauline reisde veel en zong op alle grote podia in Europa. Ze was heel bekend en geliefd in Engeland en Duitsland, waar ze op goede voet stond met de vorstenhuizen.

Viardot was in Sint-Petersburg drie seizoenen lang de prima donna. Daar ontmoette ze de Russische schrijver Ivan Toergenjev die verliefd op haar werd. Dit was het begin van een levenslange verhouding. Behalve met Toergenjev was Pauline bevriend met een groot aantal Europese kunstenaars, zoals Ary Scheffer, Clara Schumann, George Sand, Frederic Chopin, Gioacchino Rossini, Hector Berlioz, Charles Gounod en Camille Saint-Saëns.

In huize Viardot werd twee keer per week een salon gehouden, waar al deze mensen en nog vele anderen elkaar troffen en elkaar inspireerden en hielpen om hun kunst verder te ontwikkelen. Pauline Viardot was niet alleen één van de grootste operazangeressen van de negentiende eeuw, maar ze componeerde ook. Ze componeerde bijna 250 muziekstukken, waaronder liederen, kamermuziek, pianowerken en zogenoemde salonopera's (werken om in een kleine kring uit te voeren). Pauline Viardot was 88 jaar toen ze in Parijs overleed.

...en het schilderij van Teresa Carreño (1853 – 1917)

María Teresa Carreño García de Sena is geboren op 22 december 1853 in Caracas in Venezuela in een muzikaal gezin.

In 1862 emigreerde haar familie naar New York. Ze had eerst muziekles van haar vader. In New York kreeg ze les van Louis Moreau Gottschalk. Op haar achtste maakte ze haar debuut op de piano in de Irving Hall en in 1863 speelde ze voor Abraham Lincoln in het Witte Huis in Washington. In 1866 verhuisde Teresa naar Europa en begon concertreizen te maken.

Ze was van 1873 tot 1875 getrouwd met de violist Émile Sauret, waarmee ze een dochter (Emilita) kreeg. Als operazangeres debuteerde ze in 1876. Ze was van 1876 tot 1891 getrouwd met de Italiaanse operazanger Giovanni Tagliapietra, waar ze twee kinderen (Giovanni en Teresita) van kreeg. In 1885 keerde Teresa voor een korte periode terug naar Venezuela. In 1889 startte ze een tweede tournee door Europa, en ging in Berlijn wonen. Ze trouwde een derde keer (van 1892 tot 1895), nu met pianist Eugen d'Albert en samen kregen ze nog twee dochters (Eugenia en Hertha). Ze trouwde nog een vierde keer van 1902 tot 1917 met Arturo Tagliapietra. Ze deed nog twee wereldtournees begin 20e eeuw, maar haar gezondheid ging achteruit en ze stierf op 12 juni in 1917 in New York.

Teresa was ook componiste. Ze schreef de meeste werken voor piano. Verder twee voor zangstem en piano, twee voor koor en orkest en twee kamermuziekwerken. Ze liet veel onvoltooide stukken na.


'Let us wander' van Henry Purcell


Kimono uit 'Turandot'

Turandot is de laatste (onvoltooide) opera van Giacomo Puccini. De opera is voltooid door Franco Alfano en de eerste uitvoering was op 5 april 1926 in La Scala in Milaan. Het libretto is geschreven door Giuseppe Adami en Renato Simoni en gebaseerd op een gelijknamig toneelstuk van Gozzi. In 2001 heeft Luciano Berio een nieuwe finale gecomponeerd.

De opera gaat over de prinses Turandot. In Peking heeft prinses Turandot een decreet uitgevaardigd. De man die met haar wil trouwen, moet drie raadsels oplossen. Als hij daar niet in slaagt, zal hij worden onthoofd. Calaf is verliefd op Turandot en wil de raadsels oplossen. Calaf lukt het om de raadsels op te lossen. Daardoor is de prinses Turandot ontdaan, ze wil niet uitgehuwelijkt worden. Calaf geeft haar dan nog een kans, omdat hij wil dat zij van hem houdt. Hij geeft haar zelf een raadsel, namelijk: voor zonsopgang moet zij zijn naam te weten komen. Als haar dat lukt, is hij bereid alsnog te sterven. De wrede Turandot geeft dan opdracht om de naam van Calaf te achterhalen en ze laat zelfs mensen martelen, zoals de vader van Calaf en Liu, de slavin van de vader. Liu kan ontsnappen en steekt zichzelf dan neer om te voorkomen dat ze de naam vertelt. Ze valt dan dood neer voor Calaf, de man van wie zij houdt.

'Signore, ascolta' uit Turandot van Giacomo Puccini


Sluier van Julia van 'Roméo et Juliette'

De opera 'Roméo et Juliette' is van Charles Gounod. De eerste uitvoering was op 27 april 1967 in het Théâtre-Lyrique in Parijs. Het libretto is van Jules Barbier en Michel Carré, gebaseerd op het verhaal van Romeo and Juliet van Shakespeare.

Roméo en Juliette zijn verliefd op elkaar. Roméo behoort tot de familie van de Montagues en Juliette is een Capulet. Die twee families maken al jaren ruzie, zodat Roméo en Juliette elkaar in het geheim moeten ontmoeten. Deze onmogelijke liefde zal voor beiden echter slecht aflopen.

Juliette zingt 'Je veux vivre' als ze terugkomt van het feest van haar aankondiging van de verloving met Paris. Ze voelt zich echter te jong om te trouwen en ze wil eerst nog van het leven genieten.


Bloemen uit 'Lakmé'

Het prachtige 'Bloemenduet' komt uit de opera 'Lakmé' van Léo Delibes. Het duet wordt gezongen door Lakmé en haar slavin Mallika en verhaalt over de schoonheid van de natuur. Het libretto is van Edmond Gondinet en Philippe Gille. De eerste uitvoering was op 14 April 1883 bij de Opéra-Comique Parijs.

Het verhaal speelt zich af in de tijd van de koloniën en vertelt het verhaal van de liefde tussen Lakmé, dochter van een Hindoeïstische priester, en Gérald, een Engelse officier. De vader van Lakmé probeert deze liefde te dwarsbomen. Helaas eindigt ook deze opera weer niet vrolijk. Lakmé eet van een blad van de fatale boom en drinkt samen met Gérald van het heilige water en zij sterft daarna.


Broche uit 'Le nozze di Figaro'

De opera 'Le nozze di Figaro' is gecomponeerd door Wolfgang Amadeus Mozart. De eerste uitvoering was op 1 mei 1786 in Wenen in het Altes Burgtheater. Het libretto is wederom van Lorenzo da Ponte. Het is gebaseerd op een blijspel van Pierre Beaumarchais.

'Le nozze di Figaro' is een komische opera, waarin ook nog commentaar wordt geleverd op sociale rangen en standen. Het zit vol met intriges, persoonsverwisselingen en verkleedpartijen. Het verhaal gaat in grote lijnen over de Graaf Almaviva, die achter Susanna, de aanstaande bruid van Figaro aanzit, en daarvoor gestraft wordt. Intussen wijkt Figaro een moment van het rechte pad door avances richting gravin Almaviva te maken. Althans, dat denkt hij in het begin heel even, maar hij ontdekt al snel aan haar stem dat hij in werkelijkheid de verklede Susanna voor zich heeft. Verscheidene andere personages, en met name Cherubino, de page, zorgen hierbij voor extra verwikkelingen.

'L'ho perduto, me meschine' is een aria van Barbarina waarin ze zingt dat ze de broche is kwijtgeraakt die de graaf haar heeft gegeven om aan Susana te geven.


Handschoen van Adèle uit 'Die Fledermaus'

De operette 'Die Fledermaus' is gecomponeerd door Johan Strauss Jr. en het libretto is van Karl Haffner en Richard Genée. De eerste uitvoering was op 5 april in 1874 in theater An der Wien in Wenen.

Het verhaal is gebaseerd op een komische huwelijksklucht van de familie Eisenstein, met elementen als jaloezie, humor, genot en feestelijke en grappige scènes. Het gaat over Gabriel von Eisenstein die er in het leven en in zijn huwelijk de kantjes van afloopt. Zijn beste vriend Falke heeft nog een appeltje met zijn vriend te schillen na een grap van Eisenstein, waarin Falke voor schut werd gezet. Hij zint op wraak en met de hulp van Eisensteins echtgenote Rosalinde en dienstmeisje Adele, lukt het Falke om Eisenstein in de val te lokken en met gelijke munt terug te betalen. In het lied 'Mein Herr Marquis' is de dienstmeid Adele verkleed als een elegante keurige dame.


'Bohemian Rhapsody' van Queen


Bladerenkrans uit 'Julius Caesar'

De opera 'Julius Caesar' is gecomponeerd door George Frideric Händel. De eerste voorstelling was in de Royal Academy of Music in 1724. Het libretto is van Nicola Francesco Haym.

Pompeius vocht tegen Cesar en verloor. Pompeius zocht toen bescherming bij Ptolemeus, de koning van Egypte en broer van Cleopatra. Ptolemeus hoopte bij Caesar in de gunst te komen en vermoordde Pompeius en liet het afgehakte hoofd naar Caesar brengen. Cornelia, de vrouw van Pompeius, en Sesto, de zoon van Pompeius, treuren in het duet 'Son nata a lagrimar' over de dood van Pompeius. Cleopatra wil zelf koningin worden en verleidt Cesar. Samen strijden ze met de Romeinen tegen haar broer. Ptolemeus is verliefd op Cornelia en probeert haar voor zich te winnen, maar Sesto doodt hem uiteindelijk. Caesar kroont dan uiteindelijk Cleopatra tot koningin van Egypte.


'When I grow up' uit Matilda van Tim Minchin


Narrenhoed van Rigoletto uit gelijknamige opera

En natuurlijk de componist Verdi. Hij schreef de opera 'Rigoletto'. Het libretto is van Francesco Maria Piave en is gebaseerd op Victor Hugo's drama 'Le roi s 'amuse' uit 1832. De eerste uitvoering was op 11 maart 1851 in het Teatro La Fenice in Venetië.

Rigoletto is de naam van de nar van de hertog van Mantua. De hertog van Mantua onteert vrouwen. De slachtoffers van de hertog worden door de nar Rigoletto bespot. Maar wat hij anderen aandoet zal hem zelf overkomen. Als vader is Rigoletto liefdevol; hij heeft in het geheim een dochter, Gilda. De hertog verleidt ook Gilda. Ze is verliefd op de hertog, maar ze weet niet dat hij de hertog is. Ze denkt dat hij een student is en Gualtier Maldé heet. Dit bezingt Gilda in de aria 'Caro nome'; zijn naam zal op haar lippen blijven tot haar laatste adem. Rigoletto wordt zonder dat hij dat zelf doorheeft, medeplichtig aan de ontvoering van zijn eigen dochter Gilda, en ten slotte zelfs aan haar dood.


Fles met liefdesdrank uit 'L'elisir d'amore'

En dan de opera 'L'elisir d'amore' van Gaetano Donizetti. De eerste uitvoering was op 12 mei 1832 in Teatro Lirico in Milaan. De opera gaat over een liefdesdrank. Grote onzin natuurlijk, maar de arme Nemorino gelooft erin en hoopt dat de mooie Adina door de drank verliefd op hem wordt. Deze opera eindigt goed, want Nemorino krijgt een erfenis, wordt rijk en hoeft daardoor niet het leger in. De dames roddelen in 'Saria possibile' erover dat Nemorino de erfenis gaat krijgen.


Mantel en hoed van Don Giovanni

Boekje van Don Giovanni

Standbeeld Commendatore

En dan de opera 'Don Giovanni' van Wolfgang Amadeus Mozart. De eerste uitvoering was op 14 oktober 1787 in Praag ter gelegenheid van het huwelijk van een nicht van keizer Jozef II, maar de officiële première was op 29 oktober in datzelfde jaar. Het libretto is van Lorenzo Da Ponte, gebaseerd op de mythe van Don Juan.

Don Giovanni is een echte vrouwenversierder. Hij heeft zelfs een boekje waarin hij zijn veroveringen bijhoudt. Uiteindelijk zal Don Giovanni boeten voor zijn daden, de Commendatore komt tot leven en sleurt Don Giovanni mee in de afgrond.

'La ci darem la mano'

'Madamina, il catalogo è questo'

'Don Giovanni, a cenar teco'


Masker uit Venetië uit de opera 'Les contes d'Hoffmann'

Het beroemde 'Barcarolle' duet komt uit de opera 'Les contes d 'Hoffmann' van Jacques Offenbach. Het libretto van de opera is van Jules Barbier. De première van de opera vond plaats op 10 februari 1881 te Parijs in de Opéra-Comique. Een barcarolle is een gondellied. Het is een volksliedje dat gezongen wordt door Venetiaanse gondeliers, of een muziekstuk dat in die stijl is gecomponeerd. Doorgaans is de barcarolle in een wiegende 6/8 maatsoort genoteerd. De 'Barcarolle' van Offenbach is een van de bekendste klassieke melodieën.

Het verhaal gaat over drie liefdes van Hoffmann en is gesitueerd in Venetië. Een verhaal met de zingende mechanische pop Olympia, dan met de zangeres Antonia en als derde met de courtisane Giulietta. In de proloog en epiloog wordt Hoffmann getoond als verteller van deze verhalen, terwijl hij wacht op de prima donna Stella. Zij is uiteindelijk een combinatie van zijn drie eerdere liefdes. Bij hem is zijn muze Nicklausse. Zij vermomt zich als een studievriend. Zij zingt met Giulietta de 'Barcarolle'.


'We're all made of stars' uit 'Finding neverland' van Gary Barlow en Eliot Kennedy.  


'Adiemus' uit 'Songs of sanctuary' van Karl Jenkins