Jacqueline Janssen

Als soliste heeft zij gewerkt met een aantal koren, het Limburgs Symphonie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en met ensemble Contraint. Zij trad op in diverse landen waaronder Duitsland, België, Zwitserland, Frankrijk, Portugal, Tsjechië en Brazilië. Zij werkte samen met verschillende dirigenten onder wie Michel Swierczewski, Reinbert de Leeuw, Edo de Waart, Scott Terrel en Roland Bader.

Jacqueline vertolkte Pierrot Lunaire van Arnold Schönberg vaak vanaf het seizoen 1999/2000. Het eerst met het ensemble Gruppo Montebello onder leiding van Henk Guittart. Verder met Henk Guittart bij Het Gelders Orkest. Tevens voerde zij het uit in de Muntschouwburg in Brussel met een ensemble van het orkest van de Munt onder leiding van Alain Fanco. Zij heeft het ook een aantal malen uitgevoerd met het Rotterdamse ensemble Domestica onder leiding van Wim Steinman, waaronder een geënsceneerde uitvoering tijdens het Gergiev-festival in 2007. In Praag voerde zij het uit met Prague Modern. Vanaf 2001 heeft zij dit werk regelmatig uitgevoerd met Het Collectief onder leiding van Robin Engelen. Met het Collectief heeft Jacqueline een CD met Pierrot Lunaire opgenomen in september 2003.

Jacqueline heeft meegewerkt aan diverse muziektheaterproducties onder andere bij Toneelgroep Oostpool (Dubbeldooier en de Bamboesnijder), bij het RO theater (De Twaalfde Nacht) en in een kinderopera (Cyrano de neus en het meisje) bij het gezelschap Xynix, (nu Holland Opera). Verder vertolkte Jacqueline de rol van Zemfira in de muziektheatervoorstelling Paradijs Poesjkin, een samenwerking van Het Gelders Orkest met Introdans en Toneelgroep Oostpool.

Jacqueline was lange tijd naast haar concertactiviteiten verbonden als zangdocente aan het theaterinstituut Hofplein Rotterdam in Rotterdam en aan de VAK in Delft. Sinds augustus 2023 werkt ze op basisschool De Stern in Rotterdam als zangdocent. Verder heeft ze haar eigen zangschool waarbij ze lesgeeft aan jong en oud en van privé- tot groepsles.

Jacqueline Janssen werd geboren op 17 april 1974 in het zuiden van het land in Geleen. Daar zong ze zo'n 10 jaar bij een kinderkoor, De Zonnestraaltjes. Iedere dag was er een repetitie, behalve op zondag, dan was er vaak een mis waarin het koor zong. Hier ontstond de passie voor het zingen. Die passie is nog groter geworden door de inspirerende zanglessen van de zangdocent op de muziekschool, Harrie Spronken. 

Na het vwo deed Jacqueline toelating voor het conservatorium en ging studeren in Maastricht. Daar volgde Jacqueline les bij Ingrid Kappelle en Frans Kokkelmans. Naast het studeren van de richting docerend musicus solozang, studeerde ze de muziekdramatische richting. Na haar studie aan het conservatorium volgde Jacqueline nog vele lessen bij diverse docenten onder wie Gemma Visser, Helmke Remmers, Mary King, Carolyn Watkinson en Antoinette Kouwenberg.

Zij zong mee in een aantal operaproducties bij onder andere Het Onafhankelijk Toneel te Rotterdam (The Rake's Progress van I. Stravinsky en Vreemde Melodieen van A. Chagas Rosa), Opera Zuid, (L'elisir d'amore van G. Donizetti, L'amour de trois oranges van S. Prokofiev en Don Giovanni van W.A. Mozart) en bij de operaklas van het Maastrichts conservatorium (o.a. Albert Herring van B. Britten, Hänsel und Gretel van E. Humperdinck en Dido and Aeneas van H. Purcell).